Verslag van de dag
Vera Bánki, programmadirecteur van De Rijke Noordzee, heet iedereen welkom en vertelt voor de nieuwkomers in het kort waarom NERA is opgericht en wat het doel en visie van de alliantie is. Zij en Wouter Lengkeek presenteren wat NERA sinds de oprichting in 2022 heeft opgepakt en wat de toekomstvisie is. Namens NERA heten ze de nieuwste alliantiepartner Ørsted hartelijk welkom, vertegenwoordigd door Karin Bilo (Senior Marine Ecology Specialist). Karin stelt zich voor en vertelt dat Ørsted, gegeven de zoektocht naar 'netto positieve' bijdrage aan de biodiversiteit door de initiatieven voor natuurontwikkeling in de Noordzee, graag aansluit bij NERA. (presentatie Vera)
We gaan door naar de korte pitches over schelpdierrifherstel. Presentatoren nemen ons mee in de wereld van droppable oyster structures (Van Oord), oesterproductie en populatiegenetica (WMR), het Boost project van Blue Linked, naar de aanleg van een sublitorale platte oesterbank in de Oosterschelde (HZ) en de opschaling van platte oesterprojecten via remote setting in het net toegekende RESO/TKI-project (Van Oord). Ook meldt Waardenburg dat men een rifproject bij de monding van het Haringvliet heeft geadopteerd.
(pitch Ernst) (pitch Sophie) (pitch Leodie) (pitch Pauline) (pitch Pascalle) (pitch Nienke en Karin) (pitch Nienke)
Vera laat weten dat LVVN helaas niet aanwezig kan zijn vandaag i.v.m. andere verplichtingen. Zij geeft daarom een toelichting op Programma Natuurversterking Noordzee, in plaats van Jeroen Vis.
Met dit Programma worden initiatieven voor natuurversterking aangejaagd, worden ecologische opgaven in een internationale context geplaatst en worden noodzakelijke samenwerkingen gezocht en gevonden. Het is praktijkgericht met ‘leren door doen’ en kennisuitwisseling als belangrijke strategieën. Het wordt opgezet als een publiek-private samenwerking: rondom de kernalliantie met Ecoshape, DRN en de Rijksoverheid, zal een ring van andere partners worden gevormd, en als buitenste ring het informele netwerk. Start van het programma is voorzien in de 1e helft van 2025, de concepten van het Programmaplan en de Alliantieovereenkomst zijn gereed. (presentatie Vera PNN)
Deze dag wordt een paar keer de zogenaamde Mentimeter ingezet. De aanwezigen wordt een vraag gesteld die iedereen online ter plekke kan beantwoorden.
Mentimeter, vraag 1:
De uitslag laat zien dat men voorzichtig positief is, alhoewel er bijvoorbeeld nog nergens in de open Noordzee een groot rif ontdekt of aangelegd is (in de Voordelta, bij de Brouwersdam wel).
Het blijkt dat kokerwormen met een imagoprobleem kampen, waardoor deze minder worden omarmd dan bijvoorbeeld de platte oester. Dat maakt het lastig om partijen (c.q. de leiding daarvan) te overtuigen va het nut van herstel van deze riffen.
Sonja Fortuin van LVVN spreekt de zaal toe via een video. Zij spreekt over de mogelijkheden voor een Bonamia-vrije of Bonamia-tolerante populatie oesters. De Europese veterinaire regelgeving maakt e.e.a. onmogelijk en LVVN wil daarom een andere optie inzetten. Dit vergt onder andere een adequate toets op het uitzetmateriaal, die snel uitvoerbaar is. Hiervoor zal NERA een expertpanel bij elkaar roepen. Hein Sas spreekt hierna de verwachting uit dat, mits het expertpanel snel tot uitsluitsel kan komen, de nieuwe regelgeving in de eerste helft van 2025 kan worden ingevoerd.
Wouter Lengkeek spreekt, namens NERA, respect uit voor de bereidheid van het LVVN, inclusief het hogere kader, om hun eerdere standpunt over de regelgeving bij te stellen.
We gaan verder met de presentatie van Karel van den Wijngaard over opschaling bij platte oesterrifherstel. Hij brengt ons bij een belangrijk onderwerp: opschaling. Bij opschaling gaat het er om al het geleerde weer een niveau verder te brengen. Dat kan bijvoorbeeld door het natuur-inclusief maken (spat on rock) van cable-crossings.
Er zijn drie lijnen uitgezet waarin opschaling mogelijk is:
1. Scour protection wordt larvenbron
2. Riffen in beschermde gebieden
3. Brede context: Seascape
In de laatste sheet ‘call to action’ vraagt hij aan welk van de lijnen je zelf zou willen bijdragen. Daar wordt later met de Mentimeter op teruggekomen.
presentatie Karel
Het woord is aan Christiaan van Sluis: geleerde lessen uit 5 jaar De Rijke Noordzee. Daadwerkelijke verbetering van de biodiversiteit is nog een grote opgave, maar men is op weg, met als belangrijke pijlers: doorzettingsvermogen, goede monitoring van effecten en constructieve samenwerking.
De voorzet van Christiaan om af te meten ‘waar en hoe we effectief zijn’, in een assenstelsel waarin enerzijds de huidige habitat transformatie en anderzijds de toekomstige druk op de habitat is afgezet levert veel discussie op. Men wordt gevraagd hierover mee te denken en evt. aanvullingen naar Christiaan te sturen. (matrix Christiaan)
Mentimeter, vraag 2:
Mentimeter, vraag 3:
Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat belemmeringen op bijna alle vlakken voorkomen. Alleen de spirit van samenwerking is overduidelijk aanwezig. De uitdaging ligt er bij NERA in om, uitgaand van die spirit, het verschil te maken in het wegnemen van de belemmeringen.
Na de lunchpauze gaan we verder met het middagprogramma. Wouter Lengkeek neemt het voorzitterschap over van Vera Bánki. Na een korte introductie geeft hij het woord aan Joël Cuperus, die de resultaten van de Sabellaria-survey op de Bruine Bank presenteert. Deze presentatie is onder embargo tot de publicatie van het surveyrapport, gepland op 15 december a.s.
Wel is al duidelijk dat deze riffen de lokale biodiversiteit aanzienlijk vergroten en dat zou de onderbouwing moeten leveren om het imago van de soort te verbeteren en meer steun te krijgen voor herstel van deze rif-vormer.
Pauline Roos geeft een presentatie over diverse maatregelen in windpark Ecowende in Hollandse Kust West, met o.a. voorbeelden van tree-reefs op cable-crossings, pogingen tot verbetering van de platte oesterpopulatie en monitoring op het ontstaan van Sabellaria-riffen.
(presentatie Pauline Roos)
Hierna volgen korte presentaties over het grote ReViFES project, met achtereenvolgens Pauline Kamermans (larvenkweek en settlement-substraat proeven), Dr. Remment ter Hofstede (ontwikkeling en toepassing van uitzetmiddelen voor platte oesters), Caterina Coral (de biodiversiteit van mariene riffen, met een vleet als filmster) en Karin Didderen (valorisatie van de resultaten). (presentaties ReViFES)
Mede als voeding voor de slotdiscussie is er een laatste ronde Mentimeter, waarin de opgaven voor het wegnemen van geconstateerde belemmeringen, voor achtereenvolgens NERA, Programma Natuurversterking Noordzee en de eigen organisaties van de aanwezigen worden onderzocht.
Mentimeter vraag 4:
Mentimeter vraag 5:
Mentimeter vraag 6:
Hieruit wordt duidelijk dat:
Slotdiscussie
Volgens discussieleider Wouter Lengkeek vormen opschaling (van met name platte oesterrif projecten) en het belang van kokerwormen als rifbouwers de twee belangrijkste onderwerpen van vandaag.
Uit de discussie komt naar voren dat de twee soortgroepen andere strategieën vergen. Voor het ontstaan van kokerwormriffen is het van belang dat menselijke bodemberoering ter plaatse stopt. De basishypothese is dat daar waar de habitat geschikt is, de riffen vanzelf gaan ontstaan. Maar het is nog niet duidelijk waar geschikte habitatten in de Nederlandse Noordzee liggen, en hoe lang het gaat duren voordat herstel optreedt (mede gegeven de verstoorde bodem). En misschien vindt spontaan herstel toch niet plaats, dus kan het verstandig zijn om 'entmethode' met een startpopulatie te ontwikkelen.
Het opschalen van platte oesterprojecten vergt actief herstel, waarbij de techniek van remote setting (op stevig substraat) als veelbelovend wordt gezien. Het dilemma daarbij is wel dat je niet steeds door wilt moeten gaan met het toevoegen van nieuw substraat op de zeebodem. Ofwel: hoe krijg je platte oesteriffen op de open Noordzeebodem? Dat is nog heel onduidelijk. En zijn we wel op de goede weg met onze sterke aandacht voor de platte oester? Moeten we niet (ook) meer kijken naar andere rifbouwers?
Een algehele vraag (en dilemma) is of je nu vooral methoden voor rifherstel op kleine schaal moet uitproberen en dus met opschaling moet wachten totdat duidelijk is wat de beste methode is. Opschaling kost immers veel geld, maar anderzijds willen we zo snel mogelijk op grote schaal mariene riffen terug. En gerelateerd:
Is het beter op 1 plek diverse rifherstelprojecten zoveel mogelijk uit te voeren, dan op vele locaties een beetje?
Zou het niet beter zijn om eerst meer projecten op nearshore locaties te doen dan meteen offshore? Nearshore is beter bereikbaar en dus minder duur en de condities voor rifherstel zijn mogelijk ook gunstiger.
Copyright © 2023